Cubaanse sigaren

De Cubaanse sigaar

Eén van de bekendste exportproducten uit Cuba zijn de handgerolde Cubaanse sigaren. Volgens kenners komt de beste tabaksbladeren uit Cuba. Deze worden hier verwerkt in één van de vele kleine sigarenfabriekjes. Het hele proces gebeurt hier nog steeds volledig met de hand van het onderhoud van de plantages tot het uiteindelijk rollen van de sigaar. Zelfs het land wordt hier nog bewerkt met ossen in plaats van tractoren en dit komt allemaal de smaak ten goede. De beste tabak van Cuba komt uit de buurt van de Vuelta Abajo, gelegen in de provincie Pinar del Rio.
Cubaanse sigaren hebben over het algemeen een zwaardere en vollere smaak dan sigaren uit andere landen. De Montecristo vormt hier een uitzondering op.
De Montecristo behoord tot de bekendste en meest verkochte handgemaakte sigaren uit Cuba. Andere bekende merken uit Cuba zijn Cohiba, Partagas, Puros Indios en Romeo y Julieta. Die laatste was het favoriete merk van Sir Winston Churchill, het bedrijf heeft zelfs een sigaar naar hem vernoemd.
Door het handelsembargo wat de Verenigde Staten van Amerika tegen Cuba heeft uitgevaardigd zijn Cubaanse sigaren hier verboden. Dit ten onvrede van veel sigarenliefhebbers. Om deze groep toch te kunnen bedienen worden sommige sigaren onder een andere naam buiten Cuba gemaakt. Hiermee omzeilen de sigarenfabriekanten handig het embargo.

De man met de baard

Land van de man met de baard.

Zo, met hun hand wrijvend aan hun kin, duiden de Cubanen de “grote leider” zelf aan. Er zijn maar weinig landen op  de aarde waar één man zo  lang zoveel invloed heeft kunnen uitoefenen op het volk en het land zelf. Tegenwoordig is Castro te oud en fragiel om nog te regeren en heeft zijn broer het stokje overgenomen. En hoewel er natuurlijk van alles gezegd kan worden over de mensenrechten en beleid van deze “man met de baard”, goed of slecht. Er valt niet te ontkennen dat veel van de toeristische plaatjes die wij kennen van het Cuba direct veroorzaakt worden door het communistische beleid van deze vijandelijke buur van de Verenigde Staten. Google Cuba op afbeeldingen en geheid dat je een flink aantal foto’s krijgt van prachtige oude auto’s. Direct gevolg van het verbod wat de Cubanen werd opgelegd om alleen nog maar auto’s van voor de coup te verkopen en onderhouden en het aanhoudende handelsembargo van de Amerikanen. Hoewel er in deze situatie langzaamaan verandering begint te komen. Toeristen eisen veilig vervoer en daarmee de komst van nieuwer model af. Eigenaar van de auto valt altijd af te lezen van het nummerbord. Geel is voor de Cubanen zelf en blauw voor de auto’s die zijn aangeschaft door de regering. Meestal om te worden verhuurd aan toeristen. Cuba is ook een land zonder veel hoogbouw. Grote hotelketens en megalomane kantoorgebouwen zul je hier niet aantreffen. Ook dit is uiteraard weer inherent aan het communistische regime. Tegenwoordig worden er wel meer van dit soort grotere hotels gebouwd. Grote hoeveelheden hoogbouw bij elkaar zul je echter niet zo heel veel treffen. De revolutie heeft ook de kunst danig beïnvloedt. Cuba had altijd al een grote invloed op de inspiratie van verschillende artiesten. Bizet met zijn Habanera, Guantanamera, zo’n beetje gecoverd door iedere zanger in de wereld, en uiteraard Hemingway met zijn “oude man en de zee”. Na de revolutie kreeg de kunst een extra dimensie met kunst die direct geïnspireerd werd door zowel verzet als propaganda voor het nieuwe regime. Fotografie en kunst werden een geliefd middel om de boodschap aan de man te brengen. Toen Castro aan de macht kwam kreeg kunst nog meer aandacht. Kunstenaars kregen meer vrijheid en hierdoor floreerde de kunst. Castro zelf liet enkele enorme muurschilderingen aanbrengen door Cuba.